Graham McNeill
The Black Library, 2009, 416 blz.
Oooo zo’n triestig verhaal.
The Thousand Sons zijn het XVde legioen, onder Primarch Magnus. Duizend zonen, omdat ze op een bepaald moment in hun geschiedenis maar met een duizendtal over waren: er is iets instabiels aan hun genen waardoor ze zowat biologisch dreigden te ontploffen — en fenomeen dat we ondertussen al meer dan een paar keer hebben zien gebeuren als een Chaos-entiteit een menselijk lichaam gaat bewonen.
Ze zijn wanhopig, tot uiteindelijk hun primarch er een einde aan slaagt te maken. Magnus is een uitzondering onder de zonen van de Keizer: veruit de meest intelligente, veruit de meest nieuwsgierige, nooit het contact verloren met zijn vader, en al van zijn geboorte bijna even thuis in Warpspace (Immaterium, Empyrean, Ether, kies uw naam) als in de “echte” wereld.
De Thousand Sons zijn zoals Magnus: nieuwsgierig, gefocust op kennis, en niet half bang van buitendimensionele dingen. Wat een andere eenĀ familiar zou noemen, noemen zij eenĀ tutelary, en het blijkt een niet zo voor de hand liggende meester-dienaarrelatie te zijn. Er zijn Thousand Souns die gedachten kunnen controleren, er zijn er die dingen doen met vuur, er zijn er die in de toekomst kunnen zien… enfin, ’t is niet moeilijk te zien dat daar miserie van kan komen.
Wat dan ook gebeurt. En dat het nog maar eens de mensen zijn met de beste bedoelingen die het ergste vallen.
Toch wel een van de betere Horus Heresy-boeken sinds een paar, vond ik.
Geef een reactie