Graham McNeill
The Black Library, 2008, 416 blz.
Ik was altijd al benieuwd naar wat er precies op Mars aan de hand was, in het Warhammer 40.000-universum.
Een soort technocratische cultus, compleet met verering van een machine-godheid-achtig, en dat de Keizer er een alliantie mee gemaakt had en dat zij de voornaamste leveranciers van wapens en dergelijke waren, en dat er ook slecht waren die voor Horus waren, da’s zo ongeveer wat ik in mijn hoofd had, en da’s ook zo ongeveer wat ik over houd na dit boek.
Zo enorm veel meer komen we niet te weten, en het hele conflict op Mars is vaak niet meer dan een achtergrond voor een aantal andere verhalen. Aan het begin van het boek heeft de grote baas van Mars, Fabricator-General Kelbor Hal, al een tijd lang de kant van Horus gekozen. Mars is onderverdeeld in een aantal domeinen die als een soort enorme Romeinse villa met manufacturen gerund worden, compleet met fabrieken en onderzoeksprojecten.
Koriel Zeth, baas van Magma City, één van die domeinen, gelooft niet echt in de mechanische God, en is vooral geïnteresseerd in meer kennis. Lang verhaal kort: ze wil een toestel bouwen om de — Holy Madame Blavatsky, Batman!– Akashic records rechtstreeks te lezen, ze slaagt daarin met de hulp van Dalia Cythera, een psyker-die-het-niet-beseft van op aarde, maar uiteindelijk kan ze zich toch niet redden in de algemene vernietiging van al wie tegen Horus is.
Naast Dalia en een aantal kompanen spelen verder ook nog een aantal Titans hoofdrollen, en eindigt het allemaal veel mystischer dan ik gedacht had. Geen idee wat voor invloed dat einde op de rest van het universum heeft, en ik heb ook geen zin om het op te zoeken: ik wil het ontdekken in het lezen, nem.
Jammer dat ik niet meer te weten kwam over het ontstaan van Dark Mechanicum. En dat weirde einde zinde mij ook niet echt. Maar voor de rest: degelijk geschreven.
Pingback: The Horus Heresy 13: Nemesis