Dan Abnett
The Black Library, 2001, 320 blz.
Deel twee van Dan Abnett’s Eisenhorn-trilogie, ongeveer een eeuw na Xenos.
Eisenhorn neemt, met vele tienduizenden anderen, deel aan een parade ter ere van overwinningen en watnog, wanneer de Schlechte Schlechteriken toeslaan. Hij overleeft — als bij wonder of ten minste gelukkig toeval — en trekt op onderzoek. Het duurt niet niet lang of hij krijgt een vermoeden dat het wel eens zou te maken kunnen hebben met de gebeurtenissen in het vorige boek, meer specifiek met de daemonhost waar Cherubael in zit.
Het duurt ook niet lang voor hij zelf onder verdenking komt, en op de vlucht moet voor zijn eigen inquisitie.
Cue spannende avonturen!
Waar Xenos erg Lovecraftiaans aanvoelde, voelt Malleus nogal Moorcockiaans aan, of toch tenminste in de manier waarop gevechten omschreven worden — serieus, als Barbarisater geen Stormblade is, en Eisenhorn geen avatar van The Eternal Champion is…
Maar hey, ik vond dit nog beter lezen dan het vorige boek, en het gaf mij bijzonder veel zin om aan het derde te beginnen, en meteen door te steken naar andere Warhammer 40,000-boeken.
Pingback: Hereticus
Pingback: The Horus Heresy 01: Horus Rising
Pingback: Gelezen: The Resurrection Maker - Michel Vuijlsteke's weblog — Michel Vuijlsteke's Weblog