Dan Abnett & Andy Lanning (tekst), Jackson Guice (beeld)
DC Comics, mei 1997 - augustus 1999, 28 x 20 blz.
Ik dacht: “Ik zou wel eens beginnen lezen aan de nieuwe Resurrection Man, nu hij toch opnieuw gecanceled is”. Maar toen dacht ik: “Zou ik niet eerst eens de oorspronkelijke Resurrection Man lezen, wegens alsdat ik daar namelijk goede dingen over gehoord had?”
Een man wordt wakker nadat hij neergeschoten is. Hij had dood moeten zijn, en blijkt: hij was ook dood. Hij weet in eerste instantie niet wie hij is, maar beetje bij beetje puzzelt hij zijn verleden bij elkaar: hij was Mitch Shelley, een advokaat voor Schlechte Mensen, en hij was een tijd geleden ook al eens vermoord.
En dan wordt hij weer gedood, en opnieuw, en opnieuw. En telkens wordt hij weer wakker, binnen seconden of minuten, met een nieuwe kracht, gerelateerd aan de manier waarop hij dood ging. Valt hij uit een vliegtuig, kan hij plots vliegen, dat soort dingen.
Zo ongeveer de helft van de nummers van de eerste reeks gaat over Shelley’s zoektocht, en hoe hij te weten komt wie hem waarom gedood heeft, en hoe hij aan zijn mysterieuze gave geraakt is.
En dan gaat het een stapje verder en is hij eventjes een Echte Superheld, in de JLA dan nog wel, tot hij dat voor bekeken houdt wegens toch niet echt zijn ding. En dan gaat het over origin stories en is hij of is hij niet Immortal Man, en moet ik toegeven dat mijn aandacht bij momenten verslapte.
Maar die eerste boeken vond ik dus wel heel degelijk. En verfrissend, een superheld die gewoon dood gaat — zelfs al wordt hij bijna meteen weer levend.
Pingback: Gelezen: The Resurrection Maker - Michel Vuijlsteke's weblog — Michel Vuijlsteke's Weblog