Joann Sfar (tekst en beeld), Walter (kleur)
Delcourt Jeunesse, 1999, 32 blz.
Petit Vampire is een kleine vampier. Hij is zo vrij als de lucht, hij kan vliegen, zich veranderen in een rat, een wolf, een vleermuis, en hij mag zelfs meisjes bijten tot ze bloeden zonder straf te krijgen van zijn mama.
Maar hij zou graag naar school gaan. Als hij dat echt wil, mag hij dat natuurlijk.
In het dorp is er een school, en op een goeie nacht zet hij aan. Als hij toekomt op school, blijkt dat er geen enkele leerling is — logisch natuurlijk: de kinderen komen alleen overdag naar school.
Hij is er het hart van in, maar de Kapitein van de Doden weet raad: hij zal ’s nachts les geven aan Petit Vampire en aan een hele klas vol spoken. Ze moeten wel hun eigen schrift en schrijfgerief meenemen, want ze mogen niet in de schriften van de kinderen schrijven.
Petit Vampire doet dat wel, en hij begint een schrijfgesprek met Michel, een jongen uit het dorp. Als dat uitkomt, moet de jongen naar de doden gaan, zodat de Kapitein kan zien of hij hun geheimen zal verklappen of niet.
En dan worden Petit Vampire en Michel vrienden.
Zo mooooooi! Van Joann Sfar, die onder meer ook Le chat du rabbin deed en Grand Vampire.
Pingback: Gelezen: The Vampire Tapestry — Michel Vuijlsteke's Weblog