Eating Animals

Gelezen op

Jonathan Safran Foer
Back Bay Books, 2010, 341 blz.

Dát boek moet ge eens lezen! Dát is het boek waardoor ik definitief vegetariër ben geworden!

Ik heb niets tegen vegetarisch eten. Verre van — ik weet ook wel dat het niet houdbaar is, de manier waarop er industrieel aan vlees- en visverwerking gedaan wordt. Niet eens alleen ethisch onhoudbaar, maar ook gewoon praktisch onhoudbaar, uit een beperkt aantal grondstoffen-standpunt.

Wat mij betreft stappen we best over naar een dieet van grotendeels proteïnes uit insekten en gelijkaardige (yum, garnalen) — en voor de zondagen en feestdagen ethisch gekweekte, goed verzorgde, gelukkige beesten. Respectvol geslacht en verwerkt, met kennis van zaken klaargemaakt, en dus immens lekker.

Maar bon, ik kon even niet slapen, en ik dacht: waarom lees ik niet eens dat boek, waarvan ik ontelbare mensen heb horen zeggen dat ze na het lezen ervan nog nauwelijks aan biefstuk meer konden denken zonder te kokhalzen?

Komt erbij dat ik heel graag Everything is Illuminated gelezen heb, en idem voor Extremely Loud and Incredibly Close, dus what the hey.

 

Helaas.

 

Ergens in het begin van het boek schrijft Foer iets als “at the risk of losing my credibility on page 13”. Ik ga niet zeggen dat hij zijn geloofwaardigheid daar al helemaal kwijtgespeeld was, maar het was wél met de ene na de andere oogrol dat ik begon te lezen.

Dat hij komt uit een familie zonder eetcultuur. Dat het allemaal zo Amerikaans is. Dat hij tot zijn negen jaar niet besefte dat kip van kippen gemaakt is. Dat hij de eerste 26 jaar van zijn leven niets van dieren moest weten tot hij zijn eerste hond kocht. “Zucht”, denk ik dan.

En dan, nauwelijks begonnen, begint hij mij écht te irriteren. Om op een shockerende manier aan te tonen hoe akelig het wel is om dieren te eten, doet hij een soort advocaat van de duivel slash ab absurdum met honden.

A simple trick from the backyard astronomer: if you are having trouble seeing something, look slightly away from it. The most light-sensitive parts of our eyes (those we need to see dim objects) are on the edges of the region we normally use for focusing.

Eating animals has an invisible quality. Thinking about dogs, and their relationship to the animals we eat, is one way of looking askance and making something invisible visible.

Serieus. Nog naast het feit dat ik door de band niet moet weten van honden: wat een enorm zwak argument. Ik ben opgegroeid met beesten die opgegeten worden, en er is echt weinig zo schattig als een konijn of een kip of een jong schaap. Ik heb geen vergelijking met puppies nodig, als was ik een klein kind.

En dan gaat het op dat elan verder: “vis” en “hond”, poneert hij, zijn twee visceraal andere dingen. Een hond is een individueel beest, “vis” is per definitie iets dat per kilo uit de oceaan gehaald wordt. Spreek voor uzelf, denk ik dan: voor mij is “hond” hetzelfde als “dom en stinkt”, en bij “vis” denk ik aan ten dode opgeschreven goudvissen die wanhopig in leven moesten gehouden worden.

Ik ben nog maar 8% ver in het boek, en het manipulatieve begint me al heel erg te storen: grote vissen die met een lijn gevangen worden en niet meteen dood zijn, worden blijkbaar met een gaff, een soort pikhouweel-haakachtig iets in de boot gehesen.

Slamming a gaff into the side, fin, or even the eye of a fish creates a bloody but effective handle to help haul it on deck.

“Or even the eye”, gasp! De vis gaat eraan, en hij wordt niet eerst onder narcose gebracht, zo ver was ik ook al. Ik heb die “or even the eye!!!11!!” echt niet nodig — meer nog, het stoort me bijzonder hard. Vooral als er iets later staat

Looking past the ritualism, my mind kept returning tot the fish in these videos, to the moment when the gaff is between the fisher’s hand and the creature’s eye….

Om dan de genadeslag toe te brengen:

No reader of this book would tolerate someone swinging a pickax at a dog’s face. Nothing could be more obvious or less in need of explanation.

Euh. Nee?

Diezelfde “euh. wtf?”-reactie bleef ik hebben. In het volgende hoofdstuk bijvoorbeeld, dat om ik weet niet welke reden een aaneenschakeling van definities was, van Animals (Nothing could seem more “natural” than the boundary between humans and animals. — euh, nee?) over Broiler chickens (You probably though that chickens were chickens. But for over the past century there have actually been two kinds of chickens – broilers and layers. — euh nee? serieus? legkippen en vleeskippen, totaal onbekend of wat?) tot Pigs (If pig intelligence has been part of America’s barnyard folklore, that same lore has imagined fish and chickens as expecially stupid Are they?  — euh, ja? kippen zijn dom, varkens zijn zeer intelligent, weet die mens niéts van beesten of zo?).

Ik heb twee andere boeken van Jonathan Safran Foer gelezen, maar dat bereidt me op geen enkele manier voor op dit allegaartje van ademloos melodramatisch bij elkaar geschreven pagina’s.

Another why: Why would a farmer lock the doors of his turkey farm?

It can’t be because he’s afraid someone will steal his equipment or animals. […] A farmer doesn’t lock his doors because he’s afraid his animals will escape. (Turkey’s can’t turn doorknobs.)

In the three years I will spend immersed in animal agriculture, nothing will unsettle me more than the locked doors. Nothing will better capture the whole sad business of factory farming. And nothing will more strongly convince me to write this book.

SERIEUS, Jonathan? Ge kunt u niet inbeelden waarom de deuren op slot zijn, en dat is het meest verontrustende dat ge tegengekomen zijt op drie jaar onderzoek? (Erger dan die keer, verder in het boek, dat een zwangere koe geslacht wordt terwijl ze aan het kalven is? Of die mens die de snuit van ene varken er af sneed en vol zout propte, gewoon voor de leute?) Het zou er niet mee te maken kunnen hebben dat, oh, een deur die niet op slot is open kan waaien? En dat de beesten dan zouden kunnen ontsnappen, of een valling opdoen, of dat ongedierte zou kunnen binnendringen? En dat een deur die niet op slot is kan opengedaan worden door vandalen? Of zoiets?

Nee hoor:

The power brokers of factory farming know that their business model depends on customers not being able to see (or hear about) what they do.

Aargh. Ik krijg jeugdpuisten van zoveel puberale naïviteit. Het kan de mensen niet schelen. Er is zovéél informatie beschikbaar: alles is terug te vinden op Youtube van het minste tot het ergste. En nog kan het de mensen niet schelen.

Nee: hoe meer ik lees, hoe meer ik me nijdig maak over het eindeloze Verenigde Staten-centrisme en de nodeloze emotionele manipulatie, die dan nog eens met al de subtiliteit van een voorhamer gebruikt wordt. Zoals in dit stukje, zowaar zogezegd geschreven over “de eerste kip”:

You are not fed, forced to labor, or protected. You are not marked as a possession with brands or tagging. […] The image of your motherly protection and care will be used in the second verse of Genesis […] Jesus will invoke you as an image of protective love […] But Genesis has not yet been written, nor Jesus born.

Puh-lease. En dan meteen erna een vignetje over de eerste mens als nobele wilde die met de dieren op voet van gelijkheid leeft, mensenlief toch. En domesticatie omschreven als een soort proto-feodaal contract:

Basically, humans struck a deal with the animals we have named chickens, cows, pigs and so forth: we’ll protect you, arrange food for you, etc., and in turn, your labor will be harnessed, your milk and eggs taken, and, at times you will be killed and eaten.

Het was me niet meteen duidelijk of dit een karikatuur van een rechtvaardiging voor domesticatie was, of een beeld van hoe domesticatie eigenlijk zou moeten zijn, of wat. En dat is geen goed teken, denk ik, als dat niet duidelijk is.

En dan wordt er plots een amalgaam gemaakt van de erbarmelijke omstandigheden in de verwerking van kippen, en griep (vogel- en andere). En las ik dat nu verkeerd, of werd er tenminste geïnsinueerd dat een vegetarisch dieet iets had kunnen doen aan de Spaanse griep uit 1918? Alles loopt in mekaar over, het is een soep. Ik lees dit boek niet graag.

Ik zag er al een beetje tegen op om verder te lezen — nog maar 58% gelezen, zei Kindle me, maar toen was er een lange reeks anecdotes over misstanden in slachthuizen in Amerika, en een stukje zonder pointe over thanksgiving en Lincoln, en ping! aan 70% gelezen volgens Kindle was het boek uit.

De rest waren voetnoten, en neen, ik ga die écht niet lezen.

 

Een irritant slecht boek, vond ik. Arrogant, VS-centrisch, storend manipulatief sentimenteel, duidelijk ongehinderd door welke kennis van zaken dan ook: ethiek van den Aldi, wetenschap van het zeventiende knoopsgat, journalistiek waar Story beschaamd over zou zijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *