Robert Harris
Hutchinson, 1992, 372 blz.
Het was hetzelfde gevoel als in, mmmm… 1983, toen ik dronken van bijna-volwassenheid mijn eerste boeken in de volwassenenbibliotheek ging uitlenen. Om de één of andere reden had ik thuis van alle duzende volwassenenboeken die er stonden alleen nog maar science fiction gelezen, maar in de openbare bibliotheek vond ik in de rayon science fiction alleen maar dingen die we thuis al hadden en die ik al gelezen had.
Thuis waren ze grotendeels in Franse vertaling, en dat viel eigenlijk beter mee dan veel van de Nederlandse vertalingen, vol Hollandsismen en vreemde znswendingen. Bruna en Meulenhoff SF hadden een aantal degelijke Jack Vances en Michael Moorcocks, maar de afdeling SF en Fantasy (het etiket: vier bollen van afnemende grootte boven en in elkaar, als de staart van een Bibendum mocht die een staart gehad hebben) was snel uitgelezen.
En dus moet het ergens in de loop van 1983 zijn dat ik verder keek, en de spionageromans ontdekte. The Bourne Identity was de eerste, en ’t was meteen raak. Vast-ge-haakt van begin tot einde.
Ik heb uiteraard meteen de hele rayon uitgelezen, en dan thuis ook maar verder gedaan (inclusief de Verboden Vruchten van Gérard de Villier, mhuhuhu). Ales van Ludlum gelezen en blijven volgen, en Le Carré, en Len Deighton, en zoveel andere, en op zes jaar tijd meer gelezen over Koude Oorlog en Tweede Wereldoorlog dan ik me nu eigenlijk nog kan herinneren.
Dat is allemaal min of meer gestopt toen ik naar de universiteit ging, in het optimisme van De Muur Is Gevallen, en dan in de sombere realisatie, geen twee jaar later, dat het allemaal naar de kloten was, de droom van een vreedzaam Europa.
Vandaar dat ik Fatherland nooit gelezen had. Natuurlijk dat ik wist waarover het ging, ’t is tenslotte een klassieker van de alternatieve geschiedenis (tiens, besef ik net, ik ben zwaar althist beginnen lezen net rond de periode van de oorlog in Joegoslavië, een psychanalyst uit de jaren 1960 zou er wellicht iets van kunnen maken), maar nooit verder dan het begin geraakt.
Geen idee waarom, eigenlijk, want toen ik het vanavond begon te lezen was ik vanaf de eerste pagina gegrepen, en heb ik het in één ruk door helemaal uitgelezen.
Om maar te zeggen dat het een uitstekend boek is, dat zich afspeelt in 1964, in de week voor de 75ste verjaardag van Adolf Hitler in een Duitsland dat de oorlog gewonnen heeft. Waar een ogenschijnlijke doordeweekse verdrinkingsdood het begin is van een bijzonder spannend verhaal.
Kopen, en lezen, mocht dat nog niet gebeurd zijn.
Pingback: Gelezen: Er ist wieder da - Michel Vuijlsteke's weblog — Michel Vuijlsteke's Weblog