Het Veenspook

Gelezen op

Willy Vandersteen (tekst) - Willy Vandersteen en Karel Verschuere (beeld).
De Standaard Uitgeverij, 1960, 34 blz.

Ik dacht: Johan is op jachtvakantie in de Oostkantons. De inboorlingen vertellen hem over het Veenspook, en Johan trekt op onderzoek uit. Het blijkt een oud vrouwtje te zijn dat de dorpelingen angst aanjaagt uit wraak omdat ze haar als heks bestempeld hadden.

Het was: Johan komt terecht in het slot van Kamroen, dat geteisterd wordt door vreemde verschijningen. Blijkt dat het de weduwe van de heer van Valkensteen is, die wraak wil nemen op de heren van Kamroen die haar man laffelijk vermoord hadden.

De Rode Ridder is niet zo slim: hij begeeft zich ’s avonds bij zware storm in een moeras. Hij verdwaalt, zijn paard komt ten val, hij ziet een geheimzinnige krijger staan, wil die achtervolgen, wordt aangevallen door een reuzenhagedis, verslaat die, komt een spookachtige verschijning tegen die hem waarschuwt weg te blijven uit de venen, krijgt een steen tegen zijn hoofd, en wordt wakker in het slot Kamroen.

Daar wonen vier broers, Siegmund, Rolf, Gunnar en Ulrich. Zij vertellen Johan over Hiordis, een prinses uit de Noorderlanden die gehuwd was met Helmund van Valkensteen. Een jaar geleden werd Helmund vermoord door onbekende rovers, waarop Hiordis krankzinnig werd. Op een dag stuurde ze al haar dienaren weg, stak ze het kasteel in brand, en sprong ze in de vlammen. En nu zien de mensen een schim in de venen en denken ze dus dat het Hiordis is die komt spoken.

Siegmund vindt het allemaal maar zever, maar ’s avonds smijt iemand de verlichting uit met een steen, en als er weer licht is, staat zowaar het zwaard van Valkensteen in de tafel geplant!

Johan ziet een vreemde krijger wegglippen en achtervolgt hem! Tot op de kantelen! Over de kantelen! In de slotgracht! In het moeras! De krijger smijt zijn helm naar Johan en loopt weg! Ah ha! Een noormannenhelm!

De vier broers zetten ook de achtervolging in, maar de noorman ontsnapt in het moeras — en dan komt de mysterieuze schim weer tevoorschijn. Een pijl deert haar niet, en het lijkt alsof ze over het moeras zweeft. Johan vraagt zich af of er misschien paden zijn door het moeras: alleen Dokus de eendenjager kent het moeras zo goed, en Siegmund en Johan trekken naar hem toe.

Maar neen! Het is een val! De noormannen wachten ze op! Een gevecht! –tot plots: een pijl! Het is Dokus!

…die vooral niets te maken wil hebben met de heren van Kamroen, blijkbaar. En die Siegmund wég wil. Johanen Siegmund keren uitgeput terug naar het kasteel.

De volgende dag trekt Johan alleen naar Dokus. Johan verzekert Dokus dat hij niet in naam van Kamroen komt, Dokus neemt hem in vertrouwen — maar net als hij Johan wil uitleggen waarom hij niets te maken wil hebben met de heren van Kamroen, krijgt hij een pijl in de borst.

Johan kan de schutter niet vatten, en keert dan maar naar het kasteel terug. Om de één of andere reden komt hij in het terugkeren nog eens die reuzenhagedis tegen, vraag mij ook niet wat dat beest telkens komt doen.

Als hij zijn verhaal vertelt, is Ulrich zo bang, dat hij ’s nachts tegen de wil van zijn oudste broer Siegmund het kasteel ontvlucht. Op zijn vlucht komt hij –ha ja– de witte gedaante tegen, en een noorman, die hem gevangen neemt.

Als de inwoners van het slot merken dat Ulrich verdwenen is, kammen ze het moeras uit. De zoekpartij wordt vastgezet, Gunnar wordt ontvoerd, Johan slaagt erin om één noorman gevangen te nemen.

Siegmund wil hem meteen de kop inslaan, maar dat is buiten Johan gerekend: die ziet de gevangene als zijn gevangene, en daar moet men zich ridderlijk mee gedragen. Siegmund en Rolf zien dat niet zo zitten: terug in het kasteel, ranselen ze de weerloze man af, en willen ze hem folteren om de waarheid te weten te komen.

Dat ziet Johan helemaal niet zitten, en het komt tot een duel, waar het ten overvloede duidelijk wordt dat de Kamroens géén ridders zijn naar de smaak van Johan.

Het komt tot een achtervolging. De Rode Ridder schudt Siegmund en Rolf af, begeeft zich naar de kerkers, bevrijdt de noorman, sleept hem naar het moeras, legt hem neer en verschuilt zich. Als de noorman wakker wordt, achtervolgt Johan hem. Blijkt dat er een heel netwerk van verborgen paden is. Dat rechtstreeks leidt naar de ruïne van Valkensteen!

Waar Gunnar en Ulrich vastgekend zitten! Plots ziet Johan Hiordis. Hij volgt haar naar een graftombe, waar ze neerknielt… en een noorman grijpt hem vanachter vast! Johan verliest het bewustzijn!

Als hij wakker wordt, legt Hiordis hem de ware toedracht toe: tijdens haar huwelijksfeest versloeg haar man de vier heren van Kamroen. Die konden daar geen vrede mee nemen, lokten Helmund van Valkensteen in een hinderlaag en vermoordden hem laffelijk. Alleen Dokus had de daad zien gebeuren. Hiordis legde het kasteel in de as en deed alsof ze dood was, maar keerde eigenlijk terug naar haar geboorteland om haar wraak te plannen.

En nu is ze terug, met haar krijgers, om het de vier broers betaald te zetten.

Wat Hiordis niet weet, is dat Johan het verborgen pad naar het kasteel had aangeduid met stokken, om zijn weg terug te vinden… en dat Siegmund en Rolf op dit eigenste ogenblik op weg zijn naar Valkenburg. Ze verrassen Hiordis bij het graf! Johan werpt zich op als haar kampioen! Ze vechten! Plots wil Siegmund Hiordis doden! Johan werpt hem een zwaard in de rug!

Ondertussen heeft Rolf zijn broeres bevrijd en proberen ze te ontsnappen! Maar ze veroorzaken een ineenstorting in de ruïne en raken bedolven onder het puin!

…de wraak van Hiordis is compleet, en terwijl de zij terugkeert naar de noorderlanden, zet de Rode Ridder zijn zwerftochten verder.

*
*      *

Mja. Niet overtuigd, van deze. Het viel me op hoe enorm Vandersteen weegt op de visuale archetypes van kastelen, ridders, jonkvrouwen en dergelijke in Vlaanderen, en hoe ik nu pas besef in welke mate hij op de schouders van andere reuzen staat. (Al zijn de tekeningen in dit album minder dan in de vorige twee, maar alla.)

Het verhaal zelf: niet veel om het lijf. Op de cover staat Johan in gevecht met een plesiosaurusachtig iets, maar geen flauw idee wat dat eigenlijk ter zake deed: het ding had er even goed niét kunnen zijn.

Ik vermoed dat het er was om een beetje spanning te veroorzaken, want voor de rest is het niet veel soeps.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *