The Dragon Waiting

Gelezen op

John M. Ford
Gollancz, 1983, 386 blz.

Vorig jaar zag ik dit op Twitter:

Neil Gaiman is ook één van die mensen waarvan ik blindelings aanraders van volg. Dus zonder er meer dan “aangeraden door Gaiman” van te weten, begon ik aan The Dragon Waiting.

Op de (virtuele) achterflap stond

“Had [John M. Ford] taken The Dragon Waiting and written a sequence of five books based in that world, with that power, he would’ve been George R.R. Martin.” —Neil Gaiman

…en haja, meer dan dat heeft een mens niet nodig.

In het boek zijn er een aantal dingen anders dan bij ons (magie bestaat, vampirisme is een ziekte die wel degelijk onsterfelijk maakt), maar het is vooral het althist-aspect dat mij aansprak. Ik blijf daar een fan, en misschien wel het meest wijze is proberen achterhalen waar het divergentiepunt is ten opzicht van de onze geschiedenis.

Het boek begint met het verhaal Hywel Peredur in Wales, in “the nine hundred tenth year of Arthur’s Triumph, the one thousand ninety-fifth year of Constantine’s City”. Een beetje rekenen leert dat 1095 jaar na de stichting van Constantinopel in 330 uitkomt in 1425, da’s het laatste jaar van Manuel II Palaiologos en eigenlijk ook wel de allerlaatste fase van de doodsstrijd van Byzantium.

Niets daarvan hier: het wordt nooit helemaal expliciet duidelijk tot waar in het oosten Byzantium gaat, maar quasi heel Europa tot ergens in het midden van Frankrijk) valt onder Byzantium, en tijdens het verhaal breidt het zijn macht uit in de Italiaanse stadstaten.

Het tweede verhaal gaat over Dimitrios Ducas, van de Doukai, waar de keizer kwaad op is, wiens vader op een zijspoor gezet is ergens in Frankrijk. In het derde verhaal wordt Cynthia Ricci geïntroduceerd, een arts in het noorden van Italië.

Het vierde hoofdpersonage is Gregory von Bayern, een Duitse Fachritter, een soort genie-troepachtige ingenieur-ridder. Die ook een vampier is. En die geïntroduceerd wordt in een soort murder mystery waar de drie andere hoofdpersonages ook in zitten.

En dan wordt het, in de tweede helft van het boek, een totaal ander verhaal. Een mens zou kunnen verwachten dat het over het wedervaren van pakweg Dimitrios zou gaan, hoe die zich weer een positie van macht verwerft, met de hulp van Hywel. Of over Cynthia Ricci en hoe ze de invloed van Byzantium fnuikt. Of over de achtergrond en de toekomst van von Bayern.

Nope, niets van dat alles: de tweede helft van het boek is eeen alternatieve geschiedenis van het verhaal van Richard III en de War of the Roses. Zeer gedetailleerd, zeer politiek, en het is zeer handig als ge een beetje (veel) van de échte geschiedenis weet.

Ik vond het zeer zeer goed.

En dat divergentiepunt?

“And do you understand how the Empire rules, when it is not of the population ruled?”

Dimi knew the words from his lessons. Now, for the first time, they began to mean something, and he did not think he liked the meaning. “We rule because we force nothing but the law. None need worship our gods, speak our languages, adopt our ways, even walk our roads, given only that they obey the law.”

Cosmas nodded. “And what is the first among Imperial laws?”

“The Doctrine of Julian the Wise: All faiths are equal: no faith shall forbid another, nor shall the Empire champion any faith.”

Julianus de Afvallige overleeft langer dan een paar jaar.

Ha. 🙂

Eén reactie to “The Dragon Waiting”

  1. Pingback: Axiom’s End

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *