Terry Hayes
Atria/Emily Bestler Books, 2014, 612 blz.
Allez ju, het boek is uit.
Een aantal dingen uit de weg op voorhand.
Het boek is extreem slecht geschreven. Akkoord, het is Hayes’ eerste boek, maar dat mag geen excuus zijn. Integendeel! Een debuut zou met nog meer aandacht moeten gevolgd worden door een goede editor. Die zou bijvoorbeeld na de twintigste keer dat iemand of iets (inclusief de twee hoofdpersonages en zowat elk nevenpersonage) omschreven wordt als “de beste ter wereld”, “de mooiste die ik letterlijk al zag”, “de meest begaafde ooit”. Die zou er ook belachelijke zaken zoals een niet-bestaand ‘Turks Engels” dat meer Yoda dan iets anders is, uit gewipt hebben. Die zou ook nagekeken hebben of pakweg een “bekend Nederlands gezegde” wel degelijk écht een bekend Nederlands gezegde is (hint: neen, dat was het niet). Die zou ook gezegd hebben dat het géén goed idee is om letterlijk elk hoofdstuk — zelfs als het maar drie pagina’s lang is — te eindigen met een dramatische voorbeschouwing in de zin van “Het was pas later dat ik zou beseffen dat ik een cruciale fout begaan had”.
Het verhaal gaat, ruwweg, over twee supermannen. De ene is een Amerikaan, die op jonge leeftijd zijn ouders verliest en geadopteerd wordt door (uiteraard!) miljardairs, en die dan na een korte omweg een blitscarrière maakt als James Bond maar dan indrukwekkender en na een paar jaar de baas van James Bond wordt maar dan nog veel indrukwekkender. En die op zijn 31ste op pensioen gaat nadat hij half de wereld heeft gezien en duizend dingen meegemaakt heeft. En die dan begot een boek schrijft waarmee mensen perfecte misdaden kunnen plannen.
De tweede superman is een Islamofascist, die zijn vader ziet geëxecuteerd worden wegens majesteitsschennis in Saoedi-Arabië en radikaliseert en naar Afghanistan trekt en een superheld-Mujahedin wordt en daarna dokter en superwetenschapper.
Haja, islamofascisme. Want het is vaak een nogal islamofoob boek, ja. OK, er is vanalles serieus mis in Saoedi-Arabië, maar dat wil niet zeggen dat ze daar allemaal “garbage wrapped in skin” zijn, bijvoorbeeld. Het boek is, vrees ik, vooral een kind van zijn tijd: post-9/11 paranoia.
Ergens diep in die honderden en honderden bladzijden, zit een goed verhaal. Mar Hayes is niet de schrijver om het te schrijven.
“Show, don’t tell” is een uitstekende vuistregel. Tóón dat een personage intelligent/moedig/whatever is, zég niet dat hij enorm intelligent / fantastisch moedig / whatever is. Letterlijk de eerste helft van die boek (pakweg 300 van de 600 bladzijden) is een niet-aflatende stroom van flashback na flashback om te vertellen hoe fantastisch de superheld wel is.
Een paar toevalligheden, dat kan gebeuren. Maar toeval na toeval na toeval, dat is gewoon ongeloofwaardig. Op het einde van dit boek komt letterlijk elke anekdote uit al die tientallen flashbacks nét van pas — hetzij om een gevatte repliek te geven, hetzij om een huurmoordenaar te herintroduceren die we al 500 bladzijden vergeten waren, hetzij om een dokter te vinden die jaren na een mislukte actie van vijftien jaar geleden nog altijd in hetzelfde dorp loopt alcoholieker te zijn. Om nog niet te spreken van de knullige manier waarop de twee hoofonderzoekslijnen (naar een moord in New York en naar de islamofascist) toevállig naar precies hetzelfde dorp in Turkije leiden, dat ook al dezelfde locatie van een flashback was.
Zeer zeer frusterend boek.
Het einde was wel spannend, dat wel.
Geef een reactie