John Green
Dutton, 2012, 272 blz.
David Foster Wallace ligt nog altijd op mijn maag. Ik vond er niets aan, maar dat was duidelijk verkeerd want ik wist er niet genoeg van af en ik oordeelde alleen op hoe het op mij overkwam in plaats van erover na te denken en de context te kennen, en nu voel ik mij nerveus als ik een boek lees, en durf ik bijna niet te zeggen of ik het goed of slecht vind.
Ik had een reeks boeken staan op mijn Kindle waar ik niet meer van wist waarom ik ze erop gezet had, waar ze over gingen, of wat. The Fault in Our Stars was de eerste op de lijst, en ik durfde er bijna niet aan beginnen zonder eerst te gaan lezen wie de auteur is, wat het doelpubliek, wat de rest van de wereld er van vindt en dus met welke instelling ik eraan moest beginnen.
Voor de duidelijkheid: ik heb het niét gedaan. Ik wist dus niet of het science fiction zou zijn (met die “stars” in de titel), of dat het over Shakespeare zou gaan (“the fault, dear Brutus, is not in our stars”), of het beroemd of populair of obscuur of verguisd was.
Het bleek te gaan over een meisje van zestien met kanker, dat iedereen had opgegeven toen ze dertien was, maar dat blijft leven. En hoe ze verliefd wordt op een jongen van zeventien in haar support group, een ex-basketballer met een geamputeerd been die genezen is van kanker. En over haar favoriete boek, dat ook over een meisje met kanker gaat, en dat in medias res stopt, en dat ze enorm graag zou willen weten hoe het verhaal afloopt.
’t Is een mooi, ontroerend boek, dat akelig dicht op het been schrijft over kanker en slepende ziekten en wat dat doet met een mens. Dat erin slaagt om zowel erg grappig als romantisch als ontroerend te zijn. “Dit zou Zelie echt eens moeten lezen”, dacht ik. Niet omdat het een kinderboek is, maar omdat het denk ik helemaal iets voor haar zou zijn.
En neen, ’t is geen literatuur. Maar ik ga er niet over neuten, dat de twee komma vijf hoofdpersonages schrikbarend perfect zijn (alleen de hoofpersonages, gelukkig, er zijn ook andere), dat geen enkel mens écht spreekt zoals zij spreken (in de traditie van Buffy the Vampire Slayer, that is), en dat het licht is op het intrige en het heel hard nadenken: ik vond het een fijn, mooi boekje.
Ik ben tegen mijn gewoonte nu net toch maar gaan kijken op het internet wat het eigenlijk is en wat andere mensen ervan vonden. Blijkt: nummer één bij Amazon en Barnes&Noble zes maand voor het verschenen was, verschrikkelijke internethype wegens sociale media, 4.5 sterren met meer dan 4000 reviews bij Amazon, TIME Magazine’s #1 Fiction Book of 2012, Entertainment Weekly Best Fiction Book of 2012, #1 New York Times Bestseller, #1 Wall Street Journal Bestseller, New York Times Editor’s Choice, Huffington Post Best Books of 2012, tralala. Binnenkort verfilm, ook.
Het is wat het is, vind ik: een mooi jeugdboek. En daar is niets verkeerd mee.
Zijn debuut ‘Looking for Alaska’ is ook zeker het lezen waard. Verder maakt John Green samen met zijn broer Hank ook fijne dingen op YouTube, op het kanaal vlogbrothers (dat ondertussen al allerlei spin-offs heeft zoals crashcourse, en een hele community “nerdfighters” opgebouwd heeft). Vooral hun oudere video’s (ze zijn al bezig sinds 2007) zijn absoluut de moeite!