Stephen Baxter
Gollancz, 2010, 496 blz.
Een paar duizend jaar geleden bestond Doggerland nog: waar nu de Noordzee is, tussen Engeland en Duitsland. Voor de aanschouwelijkheid, een animatietje van hoe het in het echt evolueerde:
Stone Spring, deel één van een trilogie, begint op een moment dat de meeste ijskappen al gesmolten zijn, en dat Doggerland (hier: Northland) nog geen eiland geworden was of door de zee verzwolgen.
Europa is bevolkt door stapels en stapels verschillende culturen, van stedenbouwers in Jericho in het verre zuiden over handelaars die heel Europa afreizen tot typische stenentijdperkgemeenschappen van jagers en visvangers.
Eén van de gemeenschappen op Noordland is Extelur: vissers, en kleine handelaars in vuursteen. Elk jaar houden ze samen met hun buren, de Pretani, een zomerfestival waar ze goederen uitwisselen en wedstrijden houden.
Dit jaar komen is de leider van de Pretani er niet, en is hij vertegenwoordigd door Gall en Shade, zijn twee zoons. Dit jaar is de leider van Extelur er ook niet, hij wordt vervangen door Zesi, die ook nog een jongere zus heeft, Ana. Gall, de oudste broer, zou trouwen met Zesi, maar uiteindelijk begint zij iets met Shade, de jongere broer.
Intriges, histories: het eindigt ermee dat Shade zijn broer doodt, dat Zesi mee gaat naar Pretani voor een andere traditie, een gemeenschappelijke jacht, en terwijl ze weg is, rolt een serie tsunami’s over Noordland.
Dat is “in het echt” ook gebeurd, maar vanaf dan divergeert het: in de afwezigheid van Zesi, samen met een vooruitstrevende priester en geholpen door Novu, een native van Jericho die ervaring heeft met bouwen, besluit Ana het niét op te geven, en een dijk te bouwen rond Extelur.
Ik overdrijf niet als ik zeg dat ik zo ongeveer alles van Baxter gelezen heb: een stuk of acht boeken van de Xeelee Sequence, zijn NASA-trilogie, de Manifold-boeken, de vier Destiny’s Children-boeken over verre toekomstige menselijke evolutie, hier en daar wat losse werken (Anti-Ice, Long Earth, Time Ships), en zefs wat non-fictie (Deep Future).
Door de band ben ik er dan ook redelijk tevreden van — ik kan me maar één boek herinneren waar ik het bijna meteen opgegeven heb: Silverhair, het eerste deel van een trilogie over mammoeten.
Baxter is de man van de visie, van het gaat vooruit, van de grote ideeën. En die zijn er hier niet echt. Akkoord dat het nog maar het eerste deel van drie is, en dat er een aantal onwaarschijnlijkheden kunnen in sluipen als het eindresultaat van het verhaal een alternatieve wereld moet worden, maar toch.
Enorm veel karakter wordt er niet ontwikkeld: het blijven allemaal karikaturen (de gedreven leidster, de jaloerse zus, de verlichte priester, de exotische vrouw). Ondanks ongetwijfeld veel research naar oude culturen, zijn er zaken zoals groepen reaver-achtige mensen in de bomen, die compleet ongeloofwaardig overkomen. En dat er op één generatie zou kunnen overgeschakeld worden van een idyllisch bestaan in kleine familiegroepen naar een soort pre-stedelijke gemeenschap met irrigatie en dammen en slavenhandel: ik vind dat een beetje veel gevraagd van mijn verbeelding.
Ik zal deel twee dan ook eens lezen. Maar niet meteen.
Pingback: Gelezen: Ultima - Michel Vuijlsteke's weblog — Michel Vuijlsteke's Weblog