Jean Dufaux (tekst) - Martin Jamar (beeld)
Glénat, 1997, 48 blz.
Januari 1871: Wilhelm I wordt keizer van Duitsland gekroond, in Versailles, in aanwezigheid van Bismarck en alles Duitse prinsen en watnog. Parijs is even bezet, de nieuwe Assemblée kiest een staatshoofd en Frankrijk moet zware toegevingen doen: de Elzas en het noorden van Lotharingen gaan naar Duitsland, en Frankrijk moet miljarden aan Duitsland betalen.
De Parijzenaars hebben koud. Een kleine menigte wil een boom op straat kappen, maar daar hangt een briefje op: gereserveerd voor Frappe-Misère, van de Voleurs d’Empires. Oho! ’t Schijnt dat het een graaf zou zijn, die steelt van de rijken en geeft aan de armen!
Nicolas en Anaïs zitten bij Frappe-Misère, ondertussen. Die blijkt uit te zijn op wraak op de eigenaar van de ring wegens dat hij de vader van Clémentine is. Hij stuurt Nicolas erop uit om de ring te stelen van Adélaïde Favier, en hij geeft zijn factotum Lévadé de opdracht om de achtergrond van Nicolas te gaan achterhalen.
Bij de Faviers: discussies over de Voleurs d’Empires, en dochter Adélaïde die zwaar doorslaat. Zo van het genre op zoek naar een zak vol ogen die ze uit katten gestoken heeft, en alles. Graaf Favier zou ze wel eens in een pensionaat willen steken — het pensionaat/zothuis, kom het tegen, waar Julien ook zit. Adélaïde ziet daar eigenlijk geen graten in, maar eerst gaat ze wel haar ring halen bij Rognard. Ze weet hem te zeggen dat ze de ring kreeg van de Duivel! zowaar.
Kluten en esbattementen: Nicolas achtervolgt een koets van bij de Faviers, Anaïs ontdekt de echte naam van Frappe-Misère, hij giet haar vol drugs en laat ze loslaten ergens op de daken van Parijs, Nicolas redt haar ter elfder ure nadat hij duidelijk gemaakt heeft dat hij aan de kant van Frappe-Misère staan, die vertelt hem het verhaal van zijn familie, ze gaan op zoek naar Adélaïde, vinden niets, zijn omsingeld door de politie, Frappe-misère stapt naar buiten… en stelt zich voor als de Graaf van Feray te zijn, een heel hoog iemand. De politie laat het nagaan, ze ontdekken pas de dag erna dat Frappe-Misère en Feray één en dezelfde persoon zijn.
Ah kijk, en ’t is al de Commune, ondertussen. En Julien gaat naar Adélaïde, die nu in het Pension Martelet woont.
Geef een reactie