Jean Dufaux (tekst) - Martin Jamar (beeld)
Glénat, 1995, 49 blz.
De Pruisen zijn Frankrijk binnengevallen. De republiek is uitgeroepen. September 1870: Moltke en zijn troepen beginnen het beleg van Parijs. We komen te weten dat de ouders van het meisje — of beter, de moeder van het meisje en haar man die niet de vader is — er blijkbaar ook als de dood voor zijn.
Op het amoureuze front: Nicolas heeft gekozen voor Anaïs, maar Madeleine stekt hem vast, in de kapel no less. Nadat ze het beest met twee ruggen gemaakt hebben, blijkt Nicolas een teken in de vorm van een V op zijn zijde te hebben. TUM TUM DUUUMM…
De Pruisen waren ook het pensionaat binnengevallen, dus al wie er zat wil er weg. Het meisje moest hoedanook naar Parijs omdat Froidecœur de ring die ze van de Dood gekregen had, naar daar had opgestuurd. En Nicolas vertrekt met Anaïs en local bad boy Julien ook naar Parijs.
Die fleurs de peau in de titel: dat zijn medailles uit een doos vol medailles, die ze op de blote borstkas van al haar slachtoffers naait, trouwens (een stuk of twee-drie per boek, voorlopig).
Geef een reactie