John Norman
Ballantine Books, 1985
312 blz.
Wel, dat was iets anders.
Tarl Cabot was al vijf boeken lang een superman: leert op géén tijd nieuwe talen, zelfs geurgebaseerde talen van aliens en integreert zich meer dan totaal in om het even welke maatschappij waar hij in terechtkomt: al krijger in Gor, als nomade op de steppen, als huurmoordenaar, zelfs bij de aliens. Is wellicht de beste zwaardvechter ter wereld, idemdito met de speer, de boog, het vliegen op enorme roofvogels, en eigenlijk om het even wat waar hij zijn zinnen op zet. Onweerstaanbaar voor vrouwen, ook.
En dan begint dit boek. Tarl Cabot wordt naar Kar gestuurd, de enige stad op Gor die geen home stone heeft — ’t is te zeggen, een stad zonder ziel en zonder eer. Het slechtste van het slechtste op Gor. Tarl moet er in Kar contact leggen met een medewerker van de Priester-Koningen, voor een taak die niet meteen duidelijk is.
Hij gaat naar Kar via de moerassen die Kar omringen, en wordt er gevangen genomen.
Daar gebeurt iets heel vreemd: als hij zijn krijgerscode volgt, wordt hij doodgedaan maar behoudt hij zijn eer. Hij kiest ervoor om te leven. Hij wordt de slaaf van een vrouw:
She struck me with savagery, four times. Inwardly I screamed with agony. Then, sitting on the mat, forgetting me, she turned to the repair of a small sack, woven of rence, which had hung in the corner of the hut. She used thin strips of rence, breaking them and biting them, weaving them in and out. She worked carefully, attentively. I had been a warrior of Ko-ro-ba. Then on an island of rence in the delta of the Vosk I had learned myself, that I was, in the core of myself, ignoble and craven, worthless and fearing, only coward. I had been a warrior of Ko-ro-ba. Now I was only a girl’s slave.
Hij wordt totaal vernederd, niet alleen door die ene vrouw, maar door het hele dorp in het algemeen en specifiek door een hele resem vrouwen, die hem precies behandelen zoals hij al vijf boeken aan een stuk vrouwen behandelt.
De raiders uit de titel, die de moerassen afkammen om slaven te vangen, vallen het dorp aan waar Tarl slaaf is. Hij slaagt erin om op zijn eentje een hele stapel boten vol piraten te doden en/of op de vlucht te jagen, samen met zijn voormalige meesteres die hij als eerste bevrijd had.
En dan verwacht een mens zich eraan dat nu de tables geturned zijn, de voormalige slaaf de meester is geworden en de voormalige meesteres de slavin, zij na een nachtje in boeien op de koude vloer en misschien wat zweep- of stokslagen, zou beseffen dat Tarl eigenlijk de man van haar leven is en er een passionele affaire begint, en dat dan ze samen naar Kar gaan en er één of andere samenzwering ontdekken en verhinderen maken.
Neen dus. Tarl kan het niet verwerken, dat hij willens en wetens de laffe beslissing heeft genomen om zijn eer opzij te zetten. De volgende keer dat we hem zien, is hij zich aan het bezatten in een bar waar vrouwen nog meer dan elders mishandeld worden. Hij heeft zijn voormalige meesteres tot slaaf gemaakt en tot de laagste en de meest vuile taken veroordeeld. De andere vrouwen die hem vernederd hebben, heeft hij ook als slaven genomen. Hij drinkt, hij mishandelt zijn slavinnen, en dat is het zowat:
I had heard the name of Surbus. It was well known among the pirate captains of Port Kar, scourge of gleaming Thassa.
I threw down another burning swallow of the paga.
He was pirate indeed, and slaver, and murderer and thief, a cruel and worthless man, abominable, truly of Port Kar. I felt little but disgust.
And then I reminded myself of my own ignobility, my own cruelties and my own cowardice.
I, too, was of Port Kar.
I had learned that beneath the hide of men burned the hearts of sleen and tharlarion, and that their moralities and ideals were so many cloaks to conceal the claw and tooth. Greed and selfishness I now, for the first time, understood. There is more honesty in Port Kar, I thought, than in all the cites of Gor. Here men scorn to sheath the claws of their heart in the pretenses of their mouth. Here, it this city, alone of all the cities of Gor, men did not stoop to cant and prattle. Here they knew, and would acknowledge, the dark truths of human life, that, in the end, there was only gold, and power, and the bodies of women, and the steel of weapons. Here they concerned themselves only with themselves. Here they behaved as what they were, cruelly and with ruthlessness, as men, despising, and taking what they might, should it please them to do so. And it was in this city, now mine, that I belonged, I who had lost myself, who had chosen ignominious slavery to the freedom of honorable death.
Tarl Cabot wordt een piraat. Natuurlijk wordt hij de beste piraat van alle piraten, en wordt hij steenrijk en machtig. Maar hij blijft slecht. Een echte vrouwenmishandelaar. Hatelijk. Irrationeel. Gewelddadig.
’t Is een klassieke heel turn. Een mens blijft ergens hopen dat het uiteindelijk nog goed komt met hem, maar het ziet er echt niet goed uit.
Ik vond dit andermaal een uitstekend boek. Ik had nooit gedacht dat er echte karakterevolutie in de Gor-boeken zou zitten. En ik heb meteen zin om het vervolg te lezen. (Maar ik ga eerst wat anders lezen, ik wil het een beetje spreiden.)
Geef een reactie