Mark Lawrence
Ace, 2019, 352 blz.
Ik ben niet ontevreden. Het verhaal klopte, met allerlei raamstructuren (eerste scène van het eerste boek is iets dat zich chronologisch bijna helemaal op het einde van het verhaal afspeelt) en flashbacks (in het derde boek gaat het voortdurend over en weer van “drie jaar geleden” naar “nu”), en met onbetrouwbare vertellers allerhande.
Het enige dat misschien wel wat ongeloofwaardig is (verhaaltechnisch dan, ik laat magie en dergelijke buiten beschouwing), is dat zo ongeveer alles verloopt volgens een meesterplan van één persoon — maar met lichtende voorbeelden als, om in hetzelfde genre te blijven, Song of Ice and Fire in het achterhoofd, weten we allemaal dat the best-laid schemes o’mice an’ men Gang aft agley. ’t Is soms echt wat ver gezocht: járen op voorhand zeggen “doe dit” tegen persoon X, en er dan van uitgaan dat de opinie van persoon Y over persoon X voldoende zal gewijzigd zijn zodat persoon X iets anders kan doen? Mja.
Maar hey, toch over het algemeen content.
Ik heb van die mens nog twee trilogieën staan: The Broken Empire en The Red Queen’s War. Het staat me bij dat ik één of beide al gelezen had, lang geleden, maar als ik naar de publicatiedatums kijk (2011-2014 en 2015-2016), lijkt mij dat té recent te zijn om nu al in de nevelen van mijn geheugen verdwenen te zijn.
Allez ju, ze staan op de lijst. Maar eerst Piranesi, van Susanna Clarke. Haar tweede boek, na het fantastische Jonathan Strange & Mr. Norrell. Mijn verwachtingen zijn hoog gespannen.
Geef een reactie