Lev Grossman
William Heinemann, 2011, 400 blz.
Een paar jaar na het einde van het het eerste boek. Quentin en zijn maten zijn koningen en koninginnen (twee van elk) van Narnia Fillory, maar het probleem van het vorige boek heeft zich alleen maar verplaatst: wat doet een mens hele dagen, als hij alles kan doen dat hij wil?
Oplossing: op quest gaan. Een duistere historie met zeven gouden sleutels die moeten gevonden worden, en die dan op het einde naar… oh drat! Quentin valt door een deurgat in de wereld van Fillory en komt terug op Aarde terecht. Zonder manier om terug te keren.
Hij komt Julia tegen, waar hij helemaal in het begin van het eerste boek verliefd op was, en die in tegenstelling tot hem niét geslaagd was in haar ingangsexamen voor Hogwarts Brakebills. Zij heeft dan maar geïmproviseerd, de wereld afgeschuimd en zélf magie geleerd.
“En samen gaan ze op zoek naar een manier om terug te keren naar Fillory”? Nah, het is niet zó een soort sprookje dat Grossman schrijft. Samen en apart zijn ze en maken ze elkaar miserabel.
Zowel Julia als haar achtergrondverhaal — dat uiteindelijk de reden blijkt te zijn voor allerlei Belangrijke Gebeurtenissen Elder — zijn interessant en boeiend. We ontdekken tegelijkertijd wat er in het verleden gebeurde om Julia Julia te maken, en hoe in het heden Quentin minder de Quentin van het vorige boek probeert te worden.
En het einde was alweer iets totaal onvoorspelbaar.
Er zijn redelijk wat mensen die het eerste boek slecht vonden en dus het tweede niet gelezen hebben. Bij de mensen die het tweede gelezen hebben, is er een kleine minderheid die het echt afgrijselijk slecht vonden, om allerlei redenen (onsympathieke personages, te veel pop culture references, taalgebruik, sexisme, …).
Ik had geen echte problemen met het eerste boek, en ik vond het tweede beter. Benieuwd wat het laatste geeft.
Geef een reactie