Kazuo Ishiguro
Faber & Faber, 2015, 352 blz.
Soms valt het mee, en soms valt het tegen, aangeraden boeken.
En soms is het niet duidelijk of het aan het meevallen dan wel aan het tegenvallen is.
Dat was bij Kazuo Ishiguro’s laatste worp het geval. Ishiguro is de mens van Remains of the Day en ja, zijn naam is Japans maar hij woont al van zijn jeugd in Engeland en zijn schrijven is Brits.
Ik wist niet waar mij aan te verwachten, en als het begint in Engeland in de jaren pakweg vijfhonderd, met een Saxisch dorp waar iedereen aan chronisch geheugenverlies lijkt te lijden, dacht ik in eerste instantie dat het iets Logan’s Run of The Village-achtig zou worden. Een plaats waar mensen niet weten dat ze in afzondering van de wereld leven, kunstmatig dom gehouden, yada yada.
Maar dan bleef het allemaal maar aanslepen, en zag het er naar uit dat het zich écht in vroegmiddeleeuws Engeland afspeelde. Een oud koppel, Axl en Beatrice, die zich net zoals iedereen in hun dorp zeer weinig dingen herinneren, weten wel nog dat ze elkaar zeer graag zien.
Volgt een duistere historie over al dan niet een kaars mogen hebben ’s nachts, en een vage herinnering die ze hebben aan een zoon die ze hadden maar die er nu niet meer is, en na veel over-en-weer-getwijfel trekken ze er op uit, samen in een vreemde wereld.
Ze komen een vreemde krijger tegen, Wistan, en wat later een jonge kerel, Edwin, en de ondertussen blijkbaar zeer oude Gawain.
Iedereen blijft maar vanalles vergeten, en op een bepaald moment dacht ik ha! Ishiguro is hier een Memento aan het uithalen, we gaan in het boek vooruit, maar in het verhaal achteruit!
Een paar bladzijden later was duidelijk dat het niet zo was, maar ondertussen bleef het boek zich maar moeizaam voortslepen, van episode naar episode. Werd duidelijk dat het vergeten een betovering was die over het land uitgesproken was, door wellicht Merlijn om het land in vrede te houden. En jaaa, ik had ondertussen door dat er een keuze gemaakt moest worden tussen vergeten en in vrede leven, of zich herinneren en (mogelijks) in oorlog leven, en tussen vergeten en elkaar graag zien uit gewoonte, of zich herinneren en (misschien) elkaar nog liever zien wegens gegrond in ervaring, maar mogelijks ook elkaar niet meer graag zien wegens wat er allemaal gebeurd is in het verleden.
Dat lag er op den duur nogal dik op, vond ik.
Ik dénk dat veel mensen het een mysterieus en ontroerend boek zullen vinden.
Mijn hoofd is net iets te cynisch, vrees ik. Mijn referentiekader voor Arthuriaanse zaken is zo ongeveer 30% John Boorman’s Excalibur:
en 30% Monty Python and the Holy Grail (“who are the Britons?”)
…en dan pas de klassiekers (met natuurlijk T.H. White op kop, gevolgd door waarschijnlijk De Rode Ridder, ha!).
Waardoor ik dus heel het boek met klepperende kokosnoten in mijn hoofd zat, en de mist die doet vergeten in mijn hoofd zachtjes Anál nathrach, orth’ bháis’s bethad, do chél dénmha intoneerde.
En nog veel, véél erger dan dat: de stemmen van Axl en Beatrice kreeg ik van pagina één niet meer uit mijn hoofd. Want mijn hoofd had Ishiguro’s oud-achtig aandoend Engels en plechtstatige intonaties vervangen door het gedodder van Henry Crum en Minnie Bannister.
You can’t get the wood, you know. Mmbuddy.
Pingback: Gelezen: The Resurrection Maker - Michel Vuijlsteke's weblog — Michel Vuijlsteke's Weblog
Pingback: Gelezen: The Buried Giant | Michel Vuijlsteke's weblog
Pingback: Klara and the Sun