Brandon Sanderson & Robert Jordan
Tor Books, 2011, 1150 blz.
Godverdomme en miljaardedju en gelijkaardige.
Ik had het kunnen vermoeden: het einde lag natuurlijk al vast vóór Sanderson de mantel van Jordan overnam, en daar was niet zo enorm veel bewegingsruimte — om er nog niet van te spreken dat de hele epiloog van het boek letterlijk door Jordan zelf geschreven was, jaren geleden.
Dit is hoe het boek ging:
- Het eerste kwart: oh boy oh boy oh boy, een héél boek veldslag, zo wijs. Wel vreemd dat er plots zo’n enorme deus ex machina (satanas ex machina?) komt — de Sharan, nóg eens een heel nieuw volk met zijn eigen eigenschappen en achtergrond, waar we praktisch niets van gehoord hadden.
- Het tweede kwart: euh, wacht, dit is het allerlaatste boek, moeten we hier niet een aantal losse einden vastknopen? en okay dat er gevochten wordt, maar als dit de Ragnarok van Wheel of Time is, waarom voelt het dan zo klein aan? akkoord er zijn vier strijdtonelen, maar ze voelen allevier aan alsof er een paar honderd man vechten, niet de miljoenen soldaten en tienduizenden channelers van allerlei achtergronden die ons beloofd waren
- Het derde kwart: tiens, het begint gelijk allemaal een beetje op elkaar te lijken, die veldslag.
- Het laatste kwart: néééééé!!!!
- Epiloog: ugh. Zelfs van uit het graf kan Jordan een boek kapot maken.
Neen, ik was niet tevreden. Ik verwachtte geen Tolkienachtig einde en dan nog een einde en dan nog een en dan een epiloog en dan nog een epiloog — maar ik had toch een zeker einde verwacht, dat de rest van de boeken de moeite waard zou maken.
Eén voorbeeld: in de eerste boeken wordt er een groot spel gemaakt rond de Tinkers, een soort pacifistische zigeuners, die blijken de voorouders te zijn waar de Aiel, een soort Fremenachtig volk, van afgesplitst zijn. De Tinkers zijn al duizenden jaren op zoek naar een mysterieus lied, en de Aiel die leven volgens een strikt systeem van eer en schuld en boete, zijn duidelijk ook niet klaar met hun verleden. Eén van die Tinkers, ene Aram, neemt in weerwil van duizenden jaren traditie de wapens op, en dan lijkt er op te gaan lijken dat we naar een soort hereniging gaan, of iets in die zin. Maar dan wordt Aram afgemaakt in boek tien of zo, en dan horen we niets meer van de Tinkers. Ja, een korte acte de présence in een ziekenboeg in het laatste boek. Twee of drie regels of zo.
Aaargh!
Hoe meer ik er over nadenk, hoe lastiger ik ervan loop. Ik had twee en een half boek de indruk dat het allemaal goed kwam met Wheel of Time, en dat die eerste elf boeken toch de moeite waard waren geweest, en dan blijkt dat het keurslijf waarin Jordan de reeks gegoten had, en vooral het einde dat hij al geschreven had, er een onmogelijke opdracht van gemaakt hadden voor wie dan ook.
En het is niet eens allemaal de schuld van Jordan. Hoe degelijk Sanderson ook was met menselijke interactie en een beperkt aantal personages, zo zwak is hij met epische veldslagen.
Kak. Nee, niet leutig.
Pingback: Wheel of Time | Michel Vuijlsteke's weblog