Jean-Yves Ferri (tekst) - Didier Conrad (beeld)
Édition Albert René, 2013, 48 blz.
Mouais, mouais. Ik ben niet overtuigd.
Goscinny was er al sinds 1977 (!) niet meer bij, en nu heeft ook Uderzo het schip verlaten: in dit 35ste album van Asterix doet Jean-Yves Ferri de tekst en Didier Conrad het beeld.
Van Astérix le Gaulois tot en met Astérix chez les Belges kende ik ze allemaal van buiten: wie mij in 1987 één zin gaf, kreeg er meteen de rest van de pagina bij. Daarna: not so much. De laatste zes of zeven heb ik niet eens meer gelezen.
Het scenario van Astérix chez les Pictes heeft niet zo enorm veel om het lijf: er komt een groot ijsblok aangespoeld waarin ene Mac Oloch zit, een knappe Schot (afijn, een Pict uit Caledonië en niet veel meer dan een doorslagje van Tragicomix uit Astérix légionnaire), Asterix en Obelix brengen hem terug naar zijn dorp, ruzie tussen een goed dorp en een slecht dorp dat met de Romeinen in alliantie gaat, gevecht, opgelost, iedereen weer naar huis, cameo van het monster van Loch Ness.
Dat monster was overbodig, en het hele boek voelt aan als twee mensen die een erfenis van vele decennia gekregen hebben, en vooral niet te zot gedaan hebben. De ene na de andere situatie die we al vroeger gezien hebben, en akkoord dat het vroeger ook zo was, maar de verplichte doortocht van de piraten, de verplichte môssieu Astérix / môssieu Obélix-ruzie: allemaal weinig fris.
Niet slécht, maar zeker niet goed. Mostly harmless, dus. En mostly meh, als gevolg.
Ik hoop dat het in het volgende album toch iets minder onschadelijk is, allemaal.
Pingback: Gelezen: Outlander - Michel Vuijlsteke's weblog — Michel Vuijlsteke's Weblog