Mark S. Smith
Wm. B. Eerdmans Publishing Company, 2002, 289 blz.
Mark Smith geeft een heldere uitleg van hoe Israël van polytheïsme (aanbidden van verschillende goden) naar monolatrie (aanbidding van één van de goden) naar monotheïsme (er is maar één God) evolueerde, en wat wanneer aanbeden werd, van de ijzertijd (periode van de rechters, 1200-1000 v.Chr.) over de eerste helft van de monarchie (100-800), de tweede helft ervan (800-587) en uiteindelijk het Babylonische ballingschap (587-538).
Israël had, net zoals elders in de buurt van Canaan (Moab, Ammon, Edom, de stadstaten van de Feniciërs) en in tegenstelling tot Egypte of Ugarit of Mesopotamië, altijd al een relatief beperkt pantheon.
In Ammon zouden het er in de late ijzertijd een tiental geweest zijn: ‘b, ‘dn, ‘I, ‘nrt, bl, hm, mlk, nny, ‘m en šmš (geen klinkers, een groot gemak); in Israël waren het wellicht Yahweh, El, Baal, en misschien Asherah, naast de zon, de maan en de sterren. Yahweh zou er gekomen zijn van in Edom, en langzamerhand eigenschappen van andere goden overgenomen hebben.
Eerst werd El geabsorbeerd, en nam Yahweh zijn status als oppergod over, zijn beeltenis als een oude bebaarde man op een troon. De vereenzelviging van El en Yahweh moet gebeurd zijn voor de vroegste teksten in de bijbel: er zijn wel sporen van El terug te vinden, maar nergens van een aparte verering.
Ongeveer zoiets moet ook gebeurd zijn met Asherah. In tegenstelling tot andere schrijvers, die in Asherah de vrouw van Yahweh zien, die in volksreligie tot zeer laat overleefd zou hebben, vindt Smith geen bewijs voor een aparte verering van Asherah, en is het enige spoor ervan de asherah, een houten paal of stok die een aspect van Yahweh-verering was.
De centrale thesis van Smith: eerst convergentie van goden en eigenschappen in Yahweh, en dan, vooral vanaf de 9de eeuw, differentiatie ten opzichte van de wereld romdom Israël. Israël gaat alles wat niet-Israël is verwerpen.
Waar het lot van El en Asherah convergentie ilustreren, doet Baal dat met differentiatie. Eeuwen aan een stuk werden Baal (stormgod, god van oorlog en vruchtbaarheid) en Yahweh tegelijk vereerd, en was daar geen probleem mee. En dan, redelijk plots, was er een conflict tussen beide. Voor Smith lag dat aan de vermoedelijke adoptie van Bal als god-van-de-koning in het noordelijke koninkrijk onder Ahab en Jezebel, waardoor de twee in concurrentie waren, en uiteindelijk voor de officiële doctrine Baal het onderspit delfde, en Yahweh zijn plaats innam en al zijn attributen overnam.
Het is tijdens dat differentiatieproces dat de laatste “canaanitische” kenmerken afgestoten worden en veroordeeld. De asherah, zelfs als het maar een symbool is dat al eeuwen een aanvaard onderdeel was van de Yahweh-cultus, lijkt verdacht veel op Asterte-verering of verering van heilige bomen: weg ermee. Idem met de eeuwenoude verering van Yahweh op “hoge plaatsen”: weg. Idem met mensenoffers, en specifiek kinderoffers, waarvan onder meer sporen te vinden zijn in het verhaal van Abraham en Isaac.
En idem met zowat alles wat met de doden de maken heeft: spreken met de doden, vereren van de doden, offeren aan de doden — allemaal concurrentie voor de vanaf dan dominante vorm van interactie met Yahweh, de profeten, en dus: weg ermee.
Een bijzonder interessant boek, niet in het minst wegens het enorme glossenapparaat: op Kindle, waar voetnoten niet tussen de tekst staan, stopt de eigenlijke inhoud op locatie 3296 van de 7495 en is al de rest indexen en voetnoten.
Kritiek? Welzeker. Het blijft een vreemde figuur, die Yahweh, die uit Edom aan komt gewaaid, maar voor de rest geen eigen eigenschappen lijkt te hebben, enkel wat hij overneemt van anderen. Akkoord dat we zonder bronnen niet veel kunnen doen, maar ik had toch de indruk dat er relatief bijzonder weinig aandacht was voor archeologisch en ander buitentekstelijk materiaal. En ook, los daarvan, dat ik precies weinig dialoog vond met werken diehet hebben over volksgodsdienst en niet-officiële vormen van verering.
Maar behalve dat: aangeraden.
Pingback: Gelezen september 2012 — Michel Vuijlsteke's Weblog
Pingback: Gelezen: God is Dead (1-14) - Michel Vuijlsteke's weblog — Michel Vuijlsteke's Weblog