The Bazaar of Bad Dreams

Gelezen op

Stephen King
Scribner, 2015, 495 blz.

Stephen King. De klassiekers van toen ik nog klein was: Salem’s Lot, Carrie, The Stand, The Shining, Cujo, Christin, Pet Sematary en zoveel meer. De verfilmingen — The Green Mile, Running Man, Misery, Shawshank Redemption, Stand By Me, en natuurlijk alle verfilmde klassiekers. De eindeloze Dark Tower-reeks, warts and all.

En die keer dat hij een auto-ongeluk had en dat hij bijna dood was en dat hij zei dat hij niet meer zou schrijven, maar hoera! dat hij dan toch weer schreef.

Het laatste boek dat ik van hem las was 11/22/63, en okay, misschien was het een beetje aan de lange kant, maar miljaar die mens kan schrijven. Oh zeker, de literaire snobs zullen allemaal in koor “genre-fictie!” roepen: fuck literaire snobs. King schrijft griezelig echte mensen, zelfs als ze dood zijn en in een soort Kafkaiaans vagevuur tussen dood en reïncarnatie zitten. Een paar zinnen en de persoon staat er. Zelfs een miljardair zijn met chronische pijn, en zelfs de laatste overlevende van een Indiana Jones meets The Hunting of the Snark-verhaal, in een verhaal in dichtvorm.

Twintig verhalen in deze bundel, en dat zijn er misschien wel een aantal teveel. Of beter: dit was misschien beter een aantal verschillende bundels geweest, want nu gaat het thematisch bijzonder over en weer. Er zitten ‘klassieke’ King-verhalen in (Mile 81, die bijna zelfparodie lijkt, ruwweg over een auto die mensen opeet), er zit een novelle in die op zich zou kunnen staan (Ur, over een verkeerd geleverde Kindle waarmee boeken uit parallele universa kunnen besteld worden, en die actua uit de toekomst bevat), en er is een hele reeks verhalen die helemaal niets bovennatuurlijks hebben.

Batman and Robin Have an Altercation (verkeersagressie, en een man en zijn oude vader die Alzheimer’s heeft), A Death (sheriff die zich voorbereidt op de ophanging van iemand die misschien wel onschuldig is), Summer Thunder (post-apocalyptisch en melancholisch, iedereen is dood of gaat dood), Under the Weather (al van de eerste paragraaf weten we dat het een man is waarvan de vrouw gestorven is, maar hij weet het zelf niet, of wil het niet weten) — veel van de beste verhalen gaan over de dood, en over hoe alledaags het allemaal is.

Bij wijze van introductie schrijft King bij elk verhaal iets over het ontstaan ervan, of de context. Ik ben er niet uit of dat een goed dan wel een slecht idee was. Aan de ene kant blijf ik er van overtuigd dat het een goed idee is om een werk los van zijn auteur te zien (anders zou ik het heel moeilijk krijgen bij pakweg Ender’s Game van de ondertussen bijna cryptofascist Orson Scott Card, of bij de magische dingen van Bisqwit), aan de andere kant vind ik het fascinerend om de achtergrond achter de achtergrond te weten te komen.

Hm. Mixed bag, dus. Maar wel met een aantal zeer goede stukken. De beste verhalen zijn uitstekend, en zelfs in de minder goede verhalen zitten uitstekende personages.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *