Vinci, tome 1: L’Ange brisé

Gelezen op

Didier Convard (tekst) Gilles Chaillet (beeld) - Chantal Defachelle (kleur)
Glénat, 2009, 56 blz.

November 1519: François I, de koning van Frankrijk, komt een schilderij van Leonardo da Vinci in bewaring geven bij de abt van de cisterciënzer-abdij van Vauluisant. Het is een portret, maar blijkbaar wel van iets of iemand enorm griezelig. Bweikes! zegt de abt. Neenee, zegt de koning, wacht dat ik u het verhaal vertel.

Flashback naar de winter van 1494 in Milaan. Notaris Chrstoforo di Rodrigo wordt dood aangetroffen op het ijs van het Martesana-kanaal. Zonder gezicht.

Vinci

De provoost roept de hulp in van Leonardo Da Vinci, die op dat genblik met twee projecten bezig in in Milaan: een enorm ruiterstandbeeld voor op het graf van de vader van Ludovico Sforza, en een tafereel van het Laatste Avondmaal, ook in opdracht van Sforza.

Leonardo bevestigt: het gezicht is manifest met chirurgische precisie verwijderd.

Allerlei en nog wat, gedoe met Salaì die zich in dit boek gedraagt als ware hij de zoon van Leonardo, gedoe met een mysterieuze vrouw die haar gezicht verborgen houdt, Leonardo die maar geen inspiratie vindt voor het gezicht van Judas op het Laatste Avondmaal, een tweede mens die vermoord wordt en zijn gezicht afgerukt, tum die dum.

Als ik moet schatten, na het eerste gelezen te hebben: die mysterieuze vrouw waar Leonardo verliefd op lijkt, die is in het verleden verminkt door de mensen die nu vermoord zijn? En Leonardo gebruikt de afgesneden/afgerukte gezichten om Judas te tekenen?

Eén reactie to “Vinci, tome 1: L’Ange brisé”

  1. Pingback: Gelezen juli 2012 — Michel Vuijlsteke's Weblog

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *