Les voleurs d’empires

Gelezen op

Jean Dufaux (tekst) - Martin Jamar (beeld)
Glénat, 1993, 48 blz.

Frankrijk 1870: Frans-Duitse oorlog. Nicolas d’Assas komt toe in een pensionaat/privéschool in Versailles, gerund door ene Mme de Froidecœur. Amoureuze escapades allerhande, en er gebeuren Aardige Zaken. Die allemaal te maken lijken te hebben met het mysterieuze meisje in kamer 27, die daar zou zitten omdat ze van Goeden Huize is en een kind kreeg, maar waar we in de proloog van zagen dat ze een pact met de Dood, of in ieder geval een meneer met een doodshoofd gesloten heeft: “Je te donne cinq ans. Cinq ans pendant lesquels personne pourra venir à nou de ton obstination… cinq ans pendant lesquels tous plieront l’échinesur ton passage”.

Voleurs d'Empires

Ahem ja. Ik wil wél weten wie die dieven zijn uit de titel, en over welk keizerrijk het gaat: ’t zal toch niet gewoon dat van Napoleon III zijn hé?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *