Gandhi: an Autobiography. The Story of My Experiments with Truth

Gelezen op

Mohandas Karamchand Gandhi, Sisela Bok (voorwoord)
Beacon Press, 1993, 560 blz.

Mijn eerste gedacht: miljaar zo’n saai boek. De man concentreert zich wel degelijk op zijn experimenten met allerlei (waarheid, eten, geneeskunde, niet eten, advokatuur, …), en het is most definitely maar in tweede instantie een relaas van wat er gebeurde.

Het boek is eigenlijk een bundeling van allemaal kleine artikeltjes die Gandhi voor één van zijn kranten schreef, en het is er aan te zien: enorm onsamenhangend, en geschreven voor een publiek dat hem duidelijk heel erg goed kent, en dat in het midden van de gebeurtenissen leeft.

Keer op keer begint hij een omschrijving van iets, om dan na een bladzijde of zo aanloop te besluiten met “en het vervolg is genoegzaam bekend” of “zeggen wat er toen gebeurde ligt buiten de scope van dit werk”. Màchtig frustrerend.

Mijn tweede gedacht: miljaar wat een akelige kerel. Aan de ene kant: geen compromissen, en volledig overtuigd van zijn eigen gelijk. Aan de andere kant, ook weer keer op keer: “ik zat op de trein en ik las boek X van auteur Y en toen gooide ik mijn leven helemaal om”. En als hij zegt “mijn leven”, dan is dat eigenlijk onderverstaan “mijn leven en dat van mijn vrouw en mijn kinderen en al wie in mijn ashram leeft”. Van de ene dag op de andere alleen nog maar noten eten. Van de ene dag op de andere geen sex meer hebben. Dat soort zaken.

Het zou me niet mogen verbazen natuurlijk, gezien de tijdsperiode en de regio, maar de manier waarop Gandhi met vrouw en kinderen omgaat is positively middeleeuws: getrouwd als hij dertien was, sex gelijk de beesten met zijn vrouw tot hij plots besloot geen sex meer te hebben, een halve poging gedaan om de vrouw leren lezen en schrijven, maar dan toch maar zo gelaten wegens “geen tijd”, …

De opvoeding van de kinderen? Gandhi koos er bewust voor om ze geen andere taal dan gujarati te leren, en om ze geen literatuur of zo te laten lezen (wat hij ze vertelde terwijl ze met hem mee mochten wandelen, als hij tijd had, zou wel voldoende zijn). Ja, achteraf gezien was dat misschien geen goed idee, maar bon, ze hebben toch een goed karakter. Voor het grootste deel. Denken we. Want tussen de lijnen door is redelijk wat spanning voelbaar tussen Ghandi père en zijn zonen (en dochters? geen idee of er zijn).

Godsdienst? Mix and match. Een beetje hindoeïsme, een beetje animisme, wat christendom, macrobiotiek, madame Blavatsky, the works. Uiteindelijk is “de waarheid” voor Gandhi God, of is God “waarheid”. Duidelijk is het niet, en behalve een paar hints links en rechts komen we er ook niet te veel over te weten.

Experiments with Truth? Veel spelen met mensen hun leven, ja. Zijn eigen en dat van anderen. Als zijn zoon een lelijke breuk in zijn arm oploopt, en de arts er een plaaster rond aanlegt, moet die er van Gandhi weer af: behandelen met watertherapie en moddertherapie. Als zijn vrouw praktisch op haar sterfbed ligt en dringend voeding moet ingespoten worden krijgt Gandhi een hissy fit en zou hij nog liever hebben dat zijn vrouw sterft dan dat de dokter haar een inspuiting geeft.

Niet dat hij tot in het onredelijke vasthoudt aan zijn principes hoor: als hij zelf op sterven ligt, besluit hij een eed die hij had gezworen (geen melk drinken) on the spot te herinterpreteren als “geen melk van koeien drinken, geitenmelk is A-OK”.

Nee, een akelige kerel. Wellicht onmogelijk om mee samen te leven, aan de ene kant vergeven van de principes en onflexibel, aan de andere kant liable om at the drop of a hat andere principes aan te nemen en die dan op te dringen aan zijn hele omgeving. En manipulatief als geen andere—ik bedoel maar, what’s up with the hunger strikes? “als jullie niet doen wat ik wil, wel dan houd ik mijn adem in tot ik stik”?

Maar: ongetwijfeld een groot man. Dat wel.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *